Lodewijk I de Zwarte (1424 – Simmern, 19 juli 1489) was van 1453 tot zijn dood hertog van Palts-Zweibrücken. Zijn bijnaam "de Zwarte" dankte hij aan zijn donkere huid en haar.
Erfgenaam van Zweibrücken en Veldenz
Lodewijk was de vierde zoon van paltsgraaf Stefan van Simmern en Zweibrücken en Anna van Veldenz. In 1410 was de Palts verdeeld tussen de erfgenamen van keurvorst en rooms-koning Ruprecht III. Bij deze verdeling kreeg Stefan een aantal gebieden aan de linkerzijde van de Rijn gekregen, waaronder Simmern en Zweibrücken. Door zijn huwelijk met Anna, de enige dochter van graaf Frederik III van Veldenz, erfde Stefan in 1444 het graafschap Veldenz en een aandeel van het graafschap Sponheim. In 1453 trad Stefan af en verdeelde hij zijn gebieden tussen zijn twee wereldlijk gebleven zoons. Lodewijk kreeg Zweibrücken en het graafschap Velden terwijl zijn oudere broer Frederik I Simmern en het aandeel aan Sponheim kreeg.
Strijd met de Palts
Direct na zijn aantreden als vorst van Palts-Zweibrücken kwam Lodewijk in conflict met keurvorst Frederik I van de Palts. Frederik weigerde als leenheer van Veldenz de opvolging in vrouwelijke lijn door Lodewijk te erkennen. Tegelijkertijd was de positie van Frederik als keurvorst van de Palts zelf omstreden, omdat hij het keurvorstendom wederrechtelijk had overgenomen van zijn minderjarige neef.
Huwelijk en kinderen
Hij was gehuwd met Johanna van Croÿ, dochter van Anton van Croÿ, en was de vader van:
- Margaretha (1456-1527)
- Kasper van Palts-Zweibrücken (1458-1527), paltsgraaf en hertog van Palts-Zweibrücken
- Johanna (1459-1520), non in Marienberg bij Boppard
- Anna (1461-1520), non in Marienberg,
- Alexander van Palts-Zweibrücken (1462-1514), paltsgraaf en hertog van Palts-Zweibrücken,
- David (1463-1478)
- Albrecht (1464-1513), kanunnik in Straatsburg
- Catharina (1465-1542), abdis in Trier
- Filips (1467-1489), proost in Keulen
- Johan (1468-1513), kanunnik in Straatsburg en Keulen
- Elisabeth (1469-1500)
- Samson (1474-1480)