Rudolf

En in de namiddag van 21 augustus 1857 deed het gerucht de ronde, dat hare keizerlijke majesteit in barensweeën lag Elisabeths vorige bevallingen waren betrekkelijk makkelijk geweest, maar deze keer had ze zulke vreselijke pijnen, dat de hovelingen in de aangrenzende kamers haar hartverscheurende gillen konden horen. Een vroedvrouw, die hielp bij de bevalling, wist een vreemd verhaal te vertellen, namelijk dat de keizerin in haar ijlkoortsen profetische visioenen had gehad, waarin zij de van van het Huis Habsburg voorzag en rode vlaggen zag wapperen in de straten van Wenen ... een verhaal dat evenals zovell andere mettertijd meer geloof won. 

De weeën duurden lang en het was tegen van een , toen de dokters Frans Josef het blijde nieuws konden geven dat zijn vrouw een zoon had gekregen.  De keizer , die gewoonlijk zo onverstoorbaar was, huilde van geluk toen hij neerknielde bij het bed van zijn vrouw en haar bedankte dat zij hem een zoon had geschonken. Elisabeth wou het eerst niet geloven. Spierwit en uitgeput ,mompelde ze voortdurend: "Het is natuurlijk weer een meisje." Maar langzamerhand drong het tot haar door dat het wonder was geschied. Frans Josef straalde. Haar schoonmoeder bekeek haar met nieuwe tederheid en zelfs de grimmige gravin Esterházy huilde van emotie.

In zijn gouden wiegje krijste de kleine kroonprins luid en heerszuchtig en uit de stad klonk het gedempte geluid van de honderd en een kanonschoten, die het volk van Wenen de geboorte van een troonopvolger verkondigde.

Geen baby werd ooit met meer geestdrift verwelkomd dan kroonprins Rudolf, vanaf de trotse vader, die bij de doop de orde van het Gouden Vlies in het wiegje van zijn zoon legde, tot de loyale boeren van Tirol, die blij waren te horendat de erfgenaam van de Oosterijksetroon genoemd was naar de eerste Rudolf van Hubsburg, stichter van de keizerlijke dynastie en prins van Tirol.  

 

Alleen de jonge moeder bleef vreemd onbewogen, alsof de inspanning van de verlossing haar van alle gevoelen emotie beroofd had. Het kostte haar lange tijd om te herstellen van de bevalling, want ze had zoveel melk dat haar borsten pijn dedenen ze smeekte de artsenhaar baby te mogen zogen. Maar een mollige Tiroolse met rode wangen had die rol al gemonopoliseerd, een vrouw die , evenals alle ander helpsters in de keizerlijke kinderkamer, zorgvuldig waren uitgezocht door aartshertogin Sophia.

 

En deze keer had Elisabeth niet eens de kracht om te protesteren, alsof ze bang was voor de woorden te horen die nooit in haar bijzijn werden uitgesproken, maar waarvan ze wist dat ze achter haar rug werden uitgesproken, namelijk dat zij "ongeschikt was om kinderen groot te brengen."

Rudolf was fascinerend en ondeugend. Hij had de zachte stem van zijn moeder  geërfd en haar goudbruine, iets scheefstaande ogen

Toen de vijfjarige kroonprins in de zomer van 1863 van een ladder viel toen hij in een boom wilde klimmen en hij zijn hoofd bezeerde aan een steen, haastte de schrokken vader zich naar Wenen terug van een belangrijke bespreking met Koning Wilhelm en Bismarck in Gastein. De aartshertogin onderbrak haar vakantie in Ischl om haar geliefde kleinzoon te verplegen. Maar de keizerin , die haar jaarlijkse kuur in Kissingen volgde, werd pas op de hoogte gesteld toen haar zoon al volkomen buiten gevaar was. De goedbedoelde pogingen van de keizer om,zijn vrouw te behoeden voor onaangenaamheid of schok vergrootten slechts  haar gevoel van geîsoleerd zijn. Rudolf was al aan de beterende hand toen zij  terugkeerde naar Wenen met massa dure cadeau's.  Hij luisterde ademloos naar haar verhalen en zij verwende hem en lachte om de nukken van een rusteloos jongetje, dat zich dood verveelde  gedurende al die weken van niets doen, maar zij gaf hem nooit die bescherming en hartelijkheid die hij vond in het gezelschap van zijn grootmoeder. De aartshertogin behoefde slechs zijn kamer binnen te komen, of Rudolf straalde van genoegen en Elisabeth brak dan onmiddelijk het sprookje af, dat zij aan het vertellen was, en vertrok. De moeder, die niet meer was dan een lieflijke geestverschijning, verdween en de aarthertogin nam het heft in handen.

 

Zodra Rudolf oud genoeg was om te lezen, waren de meeste brieven van de Keizerin aan hem in het hongaars geschreven en van het zesjarige jongetje werd verwacht, dat hij dat begreep, evenals Frans, Tsjechische en Italjaans.  De artsen verklaarden dat de val van de kroonprins geen nare gevolgen had gehad en geen van hen had schijnt opgemerkt te hebben dat het overladen lesrooster veel te veel vergde van zijn hersentjes. In de winter was hij weer ziek. Hij had hoge koortsenen de verkeerde diagnose was typhus. Opnieuw scheen het, dat de toekomst van de dynastie in gevaar was.  Rudolf herstelde, maar zijn gezondheidstoestand was een extra complicatie is het toch al verwarde probleem van de Mexicaanse kandidatuur. Als Rudolf stierf, werd Maximilian erfgenaam van de Oostenrijkse troon.

De aartshertogin deed haar best haar kleinzoon enig gevoel voor plicht en verantwoordelijkheid bij te brengen en het was niet haar schuld als ze erin faalde om een eigenzinnig, overgevoelig jongetje tot een wonder van deugzaamheid te maken. Ze koos de beroemste professoren van het land om hem les te geven maar de keizer decreteerde, dat  Rudolf op zijn zevende jaar onder de hoede zou worden geplaatst van een militaire leermeester, een harde ongeschaafde tiran, graaf Leopold Goudrecourt, die de tactiek van een sadistische sergant-majoor gebruikte om de jongen voor te bereiden op de troon. Men hoeft slechts naar Rudolf portret als kind te kijken, naar het overspannen witte gezichtje en de rusteloze nerveuze ogen om hem in paniek te horen gillen, toen de de ruwe leermeestere en held van hem trachte te maken door pistolen af te vuren in zijn slaapkamer, of hem op te sluiten achter het hek van Lainzer Tiergarten, terwijl hij hem toeschreeuwde dat een wild zwijn achter hem achterna zat.

 

Rudolf herstelde zich  nooit van deze verschikkingen uit zijn prille jeugd, die hem deden opgroeien toe een lichamelijke lafaard, juist dat gene dat allebei zijn ouders het meest verachten. Wat hier ook over geschreven mag zijn, aartshertogin Sophia was niet voor deze beestachtige opvoedingsmethode. Zij werd niet geraadpleegd over de keuze van leermeester. Het feit, dat Rudolf haar tot haar dood toe adoreerde en dat zijn tederste brieven aan haar geadresseerd waren, klopt niet met Elisabeths beschrijving van een strenge tirannieke grootmoeder.  Het verhaal gaat, dat de keizerin zich bewust werd van de wreedheid waarmee  Rudolf werd behaldeld, toen ze op een winterochtend in 1864 wakker werd door een luid geschreeuw. Het was nog donker en toen ze uit het raam keek zag ze hoe haar zoontje moest exerceren in de sneeuw.

Maar pas in de daaropvolgende zomer van 1865 dreef ze haar wil door en gaf Frans Josef het dramatische ultimamatum: "of  Goudrecourt vertrekt, of ik", een ultimatum , dat de oorlog verklaarde aan het hele opvoedingssysteem dat haar zoon vernietigde. Elf jaar huwelijk hadden haar geleerd dat Frans Josef met,  zijn bureaucratische geest slechts geimponeerd kon worden door de kracht van het geschreven woord. Ze  schreef de keizer met opzet een vormelijke brief, waarin ze koel de voorwaarden opsomde, waarop ze erin toestemde te blijven, of anders zou ze vertrekken. Ze vroeg niet alleen om het ontslag van Rudolfs leermeester, toe ze eiste: Het is mijn verlangen, dat mij de volledige, onbegrensde bevoegheid zal worden geschonken in alle zaken betreffende de kinderen, de keuze van hen door wie ze worden omringd zijn, hun verblijfplaats en de algehele controle over hun opvoeding. Kortom: ik alleen zal alles te beslissen hebben tot hun meerderjarigheid'. door mijn beslist wordt.

 

Op zijn achtste jaar was Rudolf al oud genoeg om een hartstochtelijke belangstelling te hebben voor de oorlog en hij schrijft zijn vader. Ik heb het manifest gelezen van de koning van Pruisen. Hij liegt de Goede God voor en ik houd helemaal niet van hem. Wanneer  vindt de eerste veldslag plaats, nu Italië en Pruisen beide de oorlog hebben verklaard.

Rudolf hoefde niet lang  te wachten op zijn veldslagen. Tegen het einde van de eerste week vielen Pruisische troepen noord-west Duitsland binnen. De koning van Hannover werd verdreven en de troepen van Saksen, Oostenrijks loyaalste bondgenoot, trokken zich terug naar Bohemen.

 

Ofschoon Rudolf gefascineerd was door zijn moeder en hem zo veel genoegen deed als de bewondering die ze wekte als ze samen uitgingen, was het nog steeds zijn grootmoeder  die de grootste rol speelde in zijn leven en die zijn feestjes en tractaties organiseerde, zoals een bezoek aan het schouwburg wanneer bij bijzonder zijn best had gedaan op school. Rudolf was de aartshertogin nu dubbel zo lief, omdat hij zo veel leek op haar gestorven zoon. Evenals Max was hij dol op geschiedenis en natuurlijk historie en bezat een goed acteertalent en een grote liefde voor het vertellen van fantastische verhalen. Maar in karakter verschilde hij van zijn oom. Het ontbrak hem aan diens ingeboren goedheid en onzelfzuchtigheid.

 

Op zijn tiende jaar moet het een kroonprinsje een betoverend kind zijn geweest, intelligent en vol fantasie. Maar er was al een latente wreedheid in zijn karakter, een onverschilligheid voor leed, aangemoedigd door het verlangen van zijn vader een eersteklas sportman van hem te maken.

Hij was pas negen toen hij mee werd genomen om zijn eerste hert te schieten en toen hij twaalf jaar was schoot hij bijna even goed als zijn vader. Elisabeth heeft misschien wel gerild, als Rudolf haar trots zijn tekeningen  van dode dieren liet zien, het bloed aangeduid door dikke klodders rode inkt, maar ze deed geen poging hen hierin tegen te houden, evenmin als ze tussenbeide kwam toen zijn leermeester, Kolonel Latour ,  haar berichte dat zijn leerling wat al te gauw bereid was kritiek uit te oefenen op religieuze zaken, iets waar hij waarschijnlijk nooit over zou praten met aartshertogin Sophia. Het tegendeel was waar. Ze was het met hem eens, want hoe was nu van een levendig kind te verwachten, dat hij de saaie preken van Kardinaal Rauscher en de voortdurende knievallen van de fanatieke aartshertogin accepteerde.

Als hij te kritisch was, was dat een fout die van haar kant van de familie kwam, want haar vader had zijn kinderen altijd aangemoedigd eerlijk hun mening te zeggen over ieder onderwerp. Zij zelf bemoeide zich voornamelijk met Rudofs rijlessen en in haar brieven aan Latour klaagt zij , dat haar zoon een al te voorzichtige en bevreesde ruiter is. De nerveuze, angstige jongen deed moedige pogingen zijn vrees te overwinnen, maar hij werd nooit de zwierige ruiter die zijn moeder van hem had willen maken.

 

Haar ontroerende onzelfzuchtigheid tegenover haar zuster staat in scherp contrast met de zelfzucht tegenover haar man en zelfs tegenover haar zoon, die ze regelmatig maandenlang alleen liet met zijn leermeesters, terwijl de nerveuze, gevoelige jongen haar hard nodig had. Rudolf bleef alleen met zijn vader in Wenen, terwijl Sisi met haar dochters in Meran verbleef voor de winter. In haar haar dagboek schrijft de Engelse gouvernante dat de twaalfjarige kroonprins in tranen uitbarstte toen hij afscheid nam van zijn zusters. En Rudolf schreef een pathetische hoewel enigszins pedante brief aan zijn grootmoeder: Dus moet die arme papa in deze moeilijke tijd weer gescheiden zijn van lieve mama. Ik ben maar al te gelukkig met de taak de enige steun te zijn van mijn liefste papa.