Het was Frans Josef nog steeds meer zijn moeder dan zijn vrouw, die hij in vertrouwen nam. En het is Elisabeth niet kwalijk te nemen, dat zo weinig belangstelling had voor de politieke situatie en dat zij haar plichten als vorstin verwaarloosde. Als haar hart en haar verbeeldingskracht beroerd werden, was zij in staat tot daden die zelfopoffering en moed vereisten. De soldaten, die zij bezocht in het hospitaal van Luxamburg, vonden haar 'een engel van deernis' die de barrières van het protocol verbrak en hen en hun families te helpen tijdens een cholera epidimie stond zij erop in Wenen te blijven om dicht bij haar man te zijn. Maar het was Elisabeths tragische noodlot, dat zij getrouwd was met een man zonder verbeeldingskracht. Haar aarzelende pogingen om hem raad te geven werden zacht maar ferm afgeslagen. Er zit wel iets goeds in wat je zegt, "was , dat hij het enige wat hij wilde toegeven. Toen zij Frans Josef smeekte concessies te doen aan Hongarijes historische constitutie, praatte hij zijn moeder na, dat "Sisi alleen maar belang stelde in de Hongaren, omdat zij werkten op haar zin voor het pittoreke". Hij bleef het feit negeren, dat het kind was opgegroeid tot een vrouw met een snelle, opmerkzame geest, die zij echter niet mocht gebruiken, en nu had ze niet veel anders te doen dan mokken over haar machteloosheid om haar zuster te helpen.
Toen Elisabeth in de herfst terugkeerde, schijnt er nog geen sprake van te zijn geweest dat ze haar man en kinderen in de winter zou verlaten. Ze schijnt dit besluit pas in Oktober genomen te hebben tijdens de afwezigheid van de Keizer, die een bezoek bracht aan de tsaar in Warschau, een koud, vruchteloos bezoek, waarbij de vijandschap van de Russische minister van buitenlandse zaken, graaf Gorschkoff, voorkwam dat de twee heersers tot overeenstemming kwamen. Hoorde Elisabeth dat Frans Josef tijdens dit bezoekde tijd had gevondende Poolse gravin op te zoeken, die hij volgens de geruchtenzo dikwijls had bezocht in Wenen en had dit bericht zo'n invloed op haar, dat het haar hele geestelijke evenwicht in de war bracht? Of was er een andere reden, die veel ernstiger was? Een reden , die toen slechts fluisterend werd uitgesproken en waarvan verder gen documentaire bewijzen zijn bestaan, maar die niettemin telkens opnieuw opdook en die geheel van de hand kon worden gewezen, omdat zij de verklaring geeft voor het hele patroon van Elisabeths toekomstig leven en haar verhouding tot haar man.
Gedurende de afgelopen maanden waren de polsen en knieën van de keizerin aangetast door vreemde zwellingen van de gewrichten, die niet genezen konden worden door dr. Seeburger, noch door dr Skoda. Ze waren niet alleen pijnlijk, maar ook ontsierend en wat was er natuurlijker, an dat Elisabeth, niet tevreden met de diagnose van de hofartsen, profiteerde van de afwezigheid van de keizer om een andere arts te onsulteren? Omdat zij zwaar gesluierd was en een andere naam had opgegeven . Te weten dat Frans Josef niet alleen ontrouw was geweest, maar dat hij haar ook besmet had, moet haar vervuld hebben van zo'n afschuw en walging, dat dit niet aleen haar gedrag in die verklaarde, maar haar hele houding in de toekomst, want al leerde ze later misschien medelijden te hebben met haar ongelukkige, eenzame man en hem misschien zelfs vergiffenis te schenken, ze zou hem nooit meer bewonderen of liefhebben. Dit zou ook de verklaring kunnen zijn voor de onredelijke hysterie, die haar aanzette tot haar vlucht. En het verklaart vooral de verdraagzaamheid van de keizer, zijn ridderlijkheid en edelmoedigheid tegenover zijn vrouw, die in de ogen van de wereld haar plichten verzaakte, maar aan wie hij een gewetens schuld had die hij nooit kon afdoen.
Het enige, wat wij met zekerheid weten is, dat toen de keizer terugkwam van zijn somber bezoek aan Warschau, hij zijn vrouw in hypernerveuze toestand aantrof, en zijn moeder in wanhoop.
Elisabeth zou nu niet eerder tevreden zijn, dan voordat zij ver, ver weg ging. Haar gezondheidstoestand was zó alarmerend en haar zenuwhoest zó hardnekkig, dat dr Skoda, wat hij ook wist of vermoede van de waarheid, gemakkelijk een officieel bulletin kon opstellen, waarin verklaard werd dat hare keizelije majesteit leed aan een ernstige longinfectie. het nieuws van de ziekte van de mooie, jonge keizerin schokte de wereld. Uit alle delen van het rijk werd hulp aangeboden en iedereen stuurde recepten voor geneesmiddelen. Kastelen in Mera, villa's in Abbazia en elders werden haar ter beschikking gesteld, maar Elisabeth wilde meet alle geweld naar Madeira, dat haar zwager Max op een van zijn reizen had beschreven als een paradijstuin ..... een eilandvan eeuwige lente. Voor Elisabeth lag de charme van Madaira in zijn afgelegenheid en het feit, dat er geen vorstelijke personen of Oostenrijkse ambtenaren waren die haar lastig vielen met hun attenties. Frans Josef trachtte haar beslissing uit te stellen met het smoesje, dat geen van de keizerlijke jachten geschikt was voor een overtocht over de atlantische oceaan in de winter. Maar Elisabeth wilde niet langer wachten. Een verzoek werd gezonden aan Koningin Victoria, die haar onmiddelijk het koninklijke jacht Osborne ter beschikking stelde en haar uitnodigde om ondereg een bezoek aan Engeland te brengen. Dit was wel het laatste wat Elisabeth wilde doen en de Britse ambassadeur, Lord Bromfield, beschrijft een audiëntie bij de keizerin, die er teer en bleek uitzag. Ze bedankte de koningin voor het aanbod van het jacht, maar sloeg de uitnodiging tot een bezoek af om gezondheidsredenen en omdat zij incognito reisde.
Op 17 November vertrokken de keizer en de keizerin naar München op weg naar Bamberg, vanwaar Elisabeth alleen verder zou reizen naar Antwerpen. De kinderen, die tegen Elisabeth wensen in onder de hoede zouden blijven van gravin Esterházy namen huilend afscheid van haar. Het koninklijk jacht Osborne had een stormachtige overtocht van Antwerpen naar Madeira en het merendeel van het Oostenrijkse gevolg , inclusief de bedienden, had last van zeeziekte. De enige die volkomen onvatbaar leek voor het weer was de keizerin, die tjdens de ergste stormen nog aan dek te zien was en die , toen haar kok te ziek was om haar diner te bereiden, met een gezonde eetlust de maaltijden at die bereid werden door de engelse stuwards. Terwijl haar hofdames ziek te bed lagen, hun rozenkransen omklemmend en de dag betreurden dat ze ooit bij het hofwaren gekomen, betoverde Elisabeth de kapitein door de belangstelling die ze had voor ieder detail van het leven op zee. Het was haar eerste oceaanreis en van nu af aan snakte ze naar een eigen jacht, waarmee ze kon ontsnappen aan de verveling van haar leven. Dr Skoda, die al even zeeziek was als de rest van het gezelschap, ontdekte tot zijn verrassing dat een slechte overtocht veel gunstiger was geweest voor de gezondheid van zijn patiënte dan zijn voorschriften en drankjes. En tegen de tijd dat ze de zwarte basaltrosen van Cabo Girao in zicht kregen, was de keizerin uiterlijk al aan de beterhand. Alle mensen van het eiland waren gekomen om een bezoekster te verot een verwelkomen, wier legendarische schoonheid en ernstige ziekte haar tot een voorwerp van medelijden en romantische belangstelling maakte.
Ze had het aanbod van Madeira's belangrijkste inwoner, de rijke graaf Carvajal, haar een paleis te geven geweigerd en de agenten van de keizer hadden een charmante villa voor haar gevonden in de buitenwijken van de stad. Het huis had een prachtig terras met uitzicht op zee en een tuin die in December die in December vol bloemen was, bloemen die ze tot nog toe alleen in de kassen van Schönbrunn had gezien. Bij haar aankomst was Elisabeth verrukt van Madeira en de inwoners, die een bleke magere invalide hadden verwacht, waren verrast een mooie jonge vrouw te zien, gebruind door de zon en wind, die er veel gezonder uitzag dan de hofdames, die nog leden onder de naweeën van de reis. Alleen iemand met een zeer goede opmerkingsgave zou hebben opgemerkt hoe bedroefd haar mond stond als ze niet glimlachte en hoe gejaagd de blik was, die soms in haar ogen kwam. Ze zag er in de ogen van een vreemde zo goed uit, dat de Portugese gezant zich wel moest afvragen wat haar nu werkelijk scheelde, want haar lichte hoest scheen de alarmerende berichten over haar gezondheid niet te rechtvaardigen. De eerste paar weken leek het of Elisabeth al haar zorgen had vergeten. Ze was verrukt over de schoonheid van het eiland, de tropische boemen en vreemde vogels. Als zij gelukkig is, is er niemand die zo kan lachten als zij of die zulke kinderlijke invallen heeft,' schreef een van haar hofdames. En met het ongelimiteerde krediet waarover zij kon beschikken was Elisabeth in staat al die invallen te verwezelijken. Ze was dol op vogels, dus werder een grote volière gebouwd bij de villa. Ze bewonderde een grote herdershond, en onmiddelijk werd er een hond van hetzelfde ras uit Engeland besteld. De beste pony's van het eiland werden gevorderd voor haaren ze exploreerde de mooie bergdalen in gezelschap van haar hofdames en kamerheren. Ze reed door pijnboom- en kastanjebossen om de oude heiligdommen te bezoeken, die door de eerste portugese kolonisten met het plaatselijk vulkanisch gesteente waren gebouwd.
Jammer genoeg was zij omringd door mensen die niets anders te doen hadden dan spioneren en al haar woorden en gebaren overbriefden aan hun vrienden en verwanten. De Hongaarse lessen, die gegeven werden in het afgelegen prieel, de uren doorgebracht leunend over de balustrade aan de rand van de steile rotswand, de in gedachten verzonken en Hunyádi zwijgend en aanbiddend naast haar, stonden open voor iedere verkeerde uitleg. En de babbelaars waren maar al te bereid om te zeggen dat de keizerin zich met Hunyádi troostte voor de ontrouw van haar man. Deze verhalen zijn de keizer misschien nooit ter ore gekomen, maar ongetwijfeld wisten graaf Grünne en de aartshertogin Sophia ze wel en al heeft de aartshertogin ze misschien niet geloofd, toch was het onvermijdelijk dat graaf Hunyádi al heel spoedig werd teruggeroepen werd naar zijn regiment. De jonge Hongaar speelde verder geen rol meer in Elisabeth haar leven.
Met de nadering van het kerstfeest keerde Elisabeth neerslachtigheid terug. De nieuwigheid van Madeira was eraf. Ze was het beu van de eeuwige zonneschijn, de tropische bloemen en dacht met heimwee terug aan Possenhoven, waar de sneeuw dik rond het kasteel lagen de geurige dennetakken knisprden in de grote , porseleinen kachels. Het zou een droef kerstfeest zijn dit .jaar, nu er zovelen van familie niet afwezig warenen haar moeder treurde om Marie , die door iedereen verlaten en verraden de laaste resten van de Bourbon-eer verdedigde achter de borstwering van Geata. Elisabeth hoopte altijd dat de post een brief van Marie zou brengen en ze klaagde bitter dat zelfs haar zusters in Beieren haar niet schreven. De enige die haar geregeld schreef was haar man en al was Frans Josef niet zo'n geïnspireerd briefschijver, toch drongen zijn liefde en bezorgdheid om haar gezondheid door zijn schuchterheid en gereserveerdheid heen. Hij kocht bijvoorbeeld een grot kaart van Madeira en bestudeerde die grondig om percies te bepalen waar haar villa lag, zodat hij haar stap voor stap kon volgen bij haar tochten en ritten. Zijn brieven werden altijd gebracht door vertrouwde boodschappers, die bij hun terugkeer verslag moesten uitbrengen over de gezondheid van de keizerin. Hun rapporten varieerden nogal. De een vond haar in een van haar zeldzame goede buien, waarin ze normaal at en lachte om de eenvoudigste grapjes, de ander trof haar in de grootste somberheid aan, omdat ze geen brief had ontvangen van de koningin van Napels en weigerde te geloven dat het onmogelijk wasom vanuit het belegerde Geata contact te onderhouden met de buitenwereld.
Elisabeth had intussen genoeg gekregen van Madeira. Het vertrek van Hunyádi maakte haar misschien eenzamer dan ze wilde erkennen. Omdat haar andere metgezellen haar verveelden, bracht ze het grootste deel van de dag alleen door met het lezen van Shakespeares toneelstukken en Heines 'Reisebilder' of met het bespelen van pianola, het nieuwste mechanisch instrument dat ze van Frans Josef haar met Kerstmis gegeven had. Soms kwam ze in opstand tegen de leegheid en de eentonigheid van haar leven.
Elisabeth huilde van opluchting , toen ze hoorde dat haar zuster veilig was. Nu zij bevrijd was van haar nerveuze spanning, begon ze te herstellen. Ze sliep beter en was minder gedeprimeerd. De hoest en de zwellingen verdwenen en dr Skoda, die net zo weinig van psychologie afwist als zijn voorganger, achtte haar genezen. Nog geen maand later werd hij in het ongelijk gesteld, ofschoon Elisabeth in de beste gezondheid verkeerde, toe ze op 28 maart aan boord stapte van de 'Victoria en Albert' het grootste en geriefelijkste van de Engelse koninglijke jachten, dat haar terug zou brengen naar Triëst. Zelfs nu had ze geen haast om weer naar Wenen en haar kinderen te gaan, want ze reisde op haar gemak naar Spanje, waar ze een week doorbracht. Ze landde in Cadiz en reisde per trein naar Savilla, waar ze haar incognito zorgvuldig bewaarde. Van Cadiz voer ze de 'Victoria en Albert' verder naar Malta, waar de keizerin en de Oostenrijkse gouverneur hogelijk met elkaar ingenomen waren: de Keizerin omdat de Engelsenhaar verlangen naar 'privaci respecteerden en haar hovelijk behandelden, de gouverneur omdat de keizerin hem op deze manier de moeite en kosten van een staatsbezoek bespaarde. De reis werd weer vervolgd en de 'Victoria en Albert' ging voor anker bij Corfu en toen Elisabeth aan dek kwam en de geur rook van de oranjebloesem, de zon zag opkomen boven de massieve top van de Pantokrato en de met bloeiende brem bedekte berghellingen. Ze werd op het eerste gezicht verliefd op het eiland. De griekse mythen, die oom Ludwig haar verteld had , kwamen hier tot leven in dit idyllische landschap. Elisabeth zou haar bezoek graag verlengd hebben maar ze kon slechts 24 uur doorbrengen op Corfu, want de kiezer had Triëst al verlaten en was op weg om haar af te halen met een jacht , geescorteerd door vijf oorlogsschepen.
De hereniging tussen Frans Josef en Elisabeth vond plaats bij het Adriatische eiland Lacroma. Ooggetuigen zeggen, dat de keizer tranen in zijn ogen had toen hij zijn vrouw omhelde na zoveel maanden van scheiding en dat de keizerin heel opgewekt was. Of ze naar deze dag verlangd had of ervoor gevreesd had, of ze bereid was het verleden te vergeten en het onvermijdelijke te aanvaarden, zijn vragen die onbeantwoord blijven. Ogenschijnlijk waren ze een gelukkig herenigd paar. Na een kort bezoek aan Miramare als de gasten van Charlotte en Maximilian, een bezoek dat niet geheel een succes was door Charlottes jaloezie op haar mooie schoonzuster, keerde het keizerlijk paar naar Wenen terug, waar Elisabeth een veel groter ovatie kreeg dan haar man ooit had ontvangen. Maar nauwelijks was ze geïnstaleerd op deHofburg, of alle oude grieven kwamen weer boven.
Het genoegen haar kinderen terug te zien , vooral Rudolf die op zijn derde jaar al tekenen vertoonde meer Wittelsbach dan Habsburg te zijn, werd bedorven doordat haar duidelijk te verstaan werd gegeven dat zij hun dagindeling in de war bracht als zij te lang bij hen bleef. Waar ze ook ging, naar de kinderkamer of naar haar eigen appartementen, overal ontdekte ze de hand van aartshertogin Sopia, zelfs in de inrichting van haar eigen vertrekken. En nadat zij drie dagen had doorgebracht met het verlenen van eindeloze audiënties en het aanwezig zijn op hofbals en galdiners, deelde Elisabeth Frans Josef mede dat het leven op de Hofburg, waar zijn moeder de teugels in handen had, volslagen onmogelijk was. Ze was volkomen uitgeput en wilde zich terugtrekken op Laxemburg.
De keizer was wanhopig zijn vrouw zo ongelukkig te zien, maar de aartshertogin, die zich haar eigen gefrustreerde jeugd herinnerde en de talloze keren dat zij haar angsten had onderdrukt en haar tong had bedwongen, had niet veel sympathie voor Sisi's verneende grieven. Intussen waren de babbelaars al druk bezig moeilijkheden te verweken. Niemand was in dit opzicht actiever dan de jonge aartshertog Ludwig Victor, een slappe verwijfde man met een onaantrekkelijk uiterlijk, een bijtende tong en een ongezonde liefde voor intriges. Elisabeth , die zich amuseerde met zijn vlugge geest, was zo onverstandig hem in vertrouwen te nemen en hij vond het heerlijk om verhalen over te brieven tussen zijn moeder en schoonzuster. De sarcasatische opmerkingen die de aartshertogin zich wel eens liet ontvallen over de "vermeende grillen van de arme Sisi en de praatjes van de hovelingen, die de plotselinge terugkeer van graaf Hunvádi terdege hadden opgemerkt, werden Elisabeth uitgebreid verteld, zodat haar achtervolgingswaanzin erger werd en haar gezondheid weer achteruit ging. Wat kan er gebeurd zijn tijdens de twee weken in Wenen, dat Elisabeth weer zo zwak was geworden, dat de artsenhaar niet wilden toestaan om te spreken om haar keel niet te irriteren. Dr Skoda, die altijd al een alamist was, , moet gezegd hebben dat , als de keizerin in Wenen bleef, zij over zes weken dood zou zijn' . En deze keer had dr. Skoda misschien gelijk, want Elisabeth, die er in Malta en Corfu zo jong en bloeiend had uitgezien, was weer ingestort. Nauwelijks hadden de artsen haar aangeraden Wenen te verlaten, of ze begon al weer plannen te maken om terug te keren naar Corfu. Ook Elisabeth haar moeder schijnt vermoed te hebben dat Elisabeth haar ziekte slechts nervositeit was en de hertogin zond de familiedokter naar Wenen om achter de waarheid te komen.
Dr Fischer, die al bijna twintig jaar hofarts was bij de Wittelsbachs en die wist hoe gemakkelijk hun overgevoelige, onevenwichtige karakters van luchthartige vrolijkheid konden overslaan tot diepe wanhoop, een stralende gezondheid tot nerveuze zwaarmoedigheid, zag de gezondheidstoestand van de keizerin niet zo ernstig in als zijn geleerde collega's in Wenen. Naar zijn meninghad zij te veel van haar kracht geëist voor zij behoorlijk genezen was en had zij nu absolute rust nodig. Maar intussen was Eliabeth, aangemoedigd door dr Skoda, ervan overtuigd, dat zij op sterven lag en afgezien door enkele tegenstrijdige meningen werd deze overtuiging gedeeld door de keizer en het hof. In een bericht van 30 juni schrijft lord Blomfield: 'het is droevig te denken aan de gezondheidstoestand van de keizerin en ik vrees dat zij naar Corfu gaat om te sterven. Dat is althans de mening van de mensen in de onmiddelijke omgeving van hare majesteit. . . Zij vertrekt zaterdag en als het mogelijk is zal de keizer haar vergezellen tot Triëst. . . Ik weet niet hoezij geriefelijk kan worden ondergebracht in Corfu, tenzij sir Henry Storks haar op de een of andere wijze een onderdak bezorgt. Voor de tweede keer in een maand reisde Frans Josef naar Triëst met de jonge vrouw die hij zo weinig zag, maar waarvan hij nog steeds zoveel hield. In Wenen had Elisabeth een tragisch afscheid genomen van haar kinderen, alsof ze hen voor het laatst zag. Zelfs de aartshertogin, die ondanks haar voortdurende ruzies nog steeds op haar schoondochter gesteld was, stortte in bij de gedachte dat zij haar misschien niet meer zou zien. 'Laat ons hopen, dat het niet zo ernstig is als het lijkt", 'schreef Grenneville, die eerder medelijden had met de bezorgde, verdrietige keizer dan met de zieke keizerin. Zowel hij als Rechberg vermoedden, dat zij niet zo ziek was als het leek. Ze waren dan ook niet verbaasd de plotselinge verbetering te vernemen, zodra ze op zee was, een verbetering die haar zwager Max, die haar vergezelde naar Corfu, beschreef als niets minder dan een wonder.
Bron: Elisabeth Oostenrijks Beminde Keizerin van Joan Haslip.